Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Jerobeam deed [30]een achterlage omwenden, om van achter [31]hen te komen; zo waren [32]zij voor het aangezicht van Juda, en de achterlage was achter [33]hen. 30. Bestaande uit een deel van zijn krijgsvolk, hetwelk zich in het veld heimelijk verstoken had, om die van Juda onvoorziens van achteren te overvallen. 31. Namelijk, die van Juda. 32. Namelijk, het leger der Israelieten. 33. Namelijk, die van Juda.